In dit artikel brengen wij, de auteurs, ons eigen transitieproces naar een nieuwe profes-sionele identiteit in kaart aan de hand van wekelijkse rapportages: het gaat daarbij om een opleider die onderzoek gaat doen en om een onderzoeker die opleidingstaken op zich neemt. Eerst beschrijven we het theoretisch kader van waaruit we de rapportages, die we ‘beelden van ontwikkeling’ noemen, benaderen. Vervolgens lichten we de vorm, inhoud en aard van de in totaal 84 ‘beelden van ontwikkeling’ toe. Die worden vervolgens geanalyseeerd met als doel inzicht te verschaffen in de ervaringen die een rol spelen bij het vormen van een (nieuwe) identiteit op het grensvlak van opleiden en onderzoek. We gaan specifiek in op de manier waarop wij de transitie hebben ervaren: in hoeverre was er sprake van ‘de kloof’ tussen onderzoek en onderwijs?