Door rfrans op di, 21/10/2014 - 17:13
Biblio gegevens Status review: Gereviseerd door wetenschappelijke redactieraad Auteur(s):
Ardui ,
J.
Cornelissen ,
G.
Decuypere ,
M.
De Meyere ,
J.
Frans ,
R.
Geerinck ,
I.
Masschelein ,
J.
Simons ,
M.
Verellen ,
M.
Titel tijdschrift:
Impuls voor Onderwijsbegeleiding
Samenvatting
Leraarschap veronderstelt - naast de professionele deskundigheid - een passie, gedrevenheid of liefde voor het vak die men niet kan meten, leren of omschrijven, maar – en daar gaat dit praktijkonderzoek van uit: zichtbaar en ‘leerbaar’ maken.
Meesterschap van de leraar is een dimensie die noch louter algemeen-pedagogisch, noch louter vakdidactisch of kennisgericht is, maar die precies een intermediair niveau aanduidt: een ‘vakpedagogische’ dimensie. Precies door de manier waarop leraren een aandachtige en concrete zorg en bekommernis tonen voor vakgerelateerde aspecten (vb. zorg voor het materiaal, genieten van de schoonheid en zuiverheid van een wiskundige formule, aandacht voor de taal ...), lijkt deze ‘liefde voor het vak’ tevens een sterke pedagogische betekenis uit te dragen.
Door zich om een vak, een ‘zaak’ te bekommeren, dient zich iets fundamenteel aan in de pedagogische functie van de leraar die niet terug te brengen is tot een kenniscompetentie, maar tot een zorg. Deze vakpedagogische dimensie, die zich in het midden van dit continuüm bevindt en zich eerder richt op wat ‘tussen’ leerling en leerkracht ligt, lijkt echter vaak te ontbreken in het onderzoeksveld – en is net waar dit praktijkonderzoek de aandacht op wil richten.
Het resultaat van dit praktijkonderzoek zijn concrete leermaterialen die deze dimensie in de lerarenopleiding binnenbrengen.
Research Digest “Wat mijn studenten eraan hadden weet ik niet. Studenten hebben naar mijn ervaring al snel in de gaten of wat je doceert van belang voor je is. In dat geval dan zijn ze bereid te overwegen er zelf ook belang in te stellen. Maar als ze al dan niet terecht concluderen dat dat niet het geval is, dan valt het doek en kun je net zo goed naar huis gaan.”Uit Coetzee, J.M. (2008). Zomertijd. Amsterdam: Cossee p. 240.
In het lesgebeuren worden zowel de leraar als de leerling betrokken op een zaak die ‘tussen-in’ hen komt te liggen. Het vakpedagogische krijgt niet vorm door een specifieke expertise in te zetten of aan te leren, maar eerder door het aannemen van een bepaalde houding/verhouding (‘stijl’) ten aanzien van de zaak die voorligt. De genoemde houding van meesterschap mobiliseert de totaliteit van de betrokken personen. Het vakpedagogische, en meer bepaald de liefde voor het vak is een ervaring waarbij de hele persoon (met inbegrip van o.a. zijn/haar lichamelijkheid, cognitieve, sociale vermogens) wordt ingezet en waarbij hij/zij gehoor geeft aan wat zich aandient.
Praktijk Praktijkniveau: Microniveau (leerling, student, klas, groep …) Extra praktijkmateriaal:
Op deze website vindt u filmpjes, teksten... die het thema 'liefde voor het vak' op tafel kunnen leggen in de lerarenopleiding
Onderwijs Onderwijsniveau: Kleuteronderwijs Lager onderwijs Secundair onderwijs Buitengewoon onderwijs Hoger onderwijs Lerarenopleiding Volwassenonderwijs Onderwijsthema: Didactisch opleiden Kwaliteit en beleid met betrekking tot onderwijs Professionalisering van lerarenopleiders Vakdidactisch opleiden
Onderzoek Soort onderzoek: Praktijkgericht onderzoek Onderzoeksmethode: Beschrijvende studie Ontwikkelingsonderzoek
Reacties
rfrans
di, 21/10/2014 - 17:35
Permalink
Liefde voor het Vak in de lerarenopleiding Fysica