Al twintig jaar woedt een didactische polarisatie in het wiskundeonderwijs in Nederland en Vlaanderen. Een analyse voor het secundair/voortgezet onderwijs via twee kernvragen laat toe een compromisvisie te formuleren, die pluspunten van de beide heersende paradigma's verenigt. Deze zogenaamde constructivistische instructie wordt concreet gemaakt in het 6E-model, een instructiemodel dat een handvat biedt aan leraren en student-leraren om effectief en motiverend wiskundeonderwijs te realiseren. Dit model verenigt - enigszins verrassend - contextrijke motivatie, contextvrije vastzetting van de inhouden, leerkrachtgestuurde instructie, constructivistische leerstrategieën en activerende werkvormen.